Ik ken iemand die bezig is met een cursus Engels en bij wijze van
oefening, of zelfprofilering, of omdat ie tijd over heeft om met z'n
iPad te spelen, strooit met citaten (Engelstalig) van beroemde personen.
Hij slingerde dit citaat van Einstein weer eens de wereld in: "Everyone
has talent: if you judge a fish on its ability to climb a tree it will
live its whole life believing it is stupid".
Als ik zoiets lees, denk ik
1. Is dit wel een citaat van Einstein?
2. In welke context moet ik dit lezen?
3. Hoe zit dat met boomklimmende vissen?
Wat betreft 1. ben ik niet de enige die zich dat afvraagt. Als ik het
citaat in google intyp, kom ik in ieder geval ook vaak de variant tegen
waarin "believing" is vervangen door "thinking". Jennifer Boyer
(http://www.jenniferboyer.com/QuotesWriting.html) herkent het citaat in
het boek "the rhythm of life" van Matthew Kelly, en vraagt zich, net als
ik, direct af: "Did Einstein actually say this quote? If so, where did
he say or write it? I haven’t been able to find a proper attribution, so
perhaps it’s apocryphal."
De tweede kanttekening: In welke context moet ik dit citaat lezen?
Duidelijk is, dat het aan de voorkant geamputeerd is. De voorafgaande
zin wordt vaak bij het citaat betrokken: "Everybody is a genius. But".
(ook hier weer varianten: everyone). OK, genialiteit is de context dus.
Maar wat moet ik hier nu mee? Als een vis zwemt is-ie geniaal, als een
aap klimt is-ie geniaal, als een militair zonder vragen te stellen z'n
geweer leegschiet op alles dat beweegt is-ie geniaal, als een docent
gewoon lesgeeft en zich verder niet bemoeit met het organisatiebeleid
is-ie geniaal. Iedereen doet in zijn eigen kleine hokje zijn eigen ding,
de wereld is overzichtelijk, en iedereen is geniaal.
Niet zo gek dat Elizabeth Barrett Browning zich afvraagt: "Since when
was genius found respectable?"
Op zoek dus naar een andere invulling van het genie, eentje die niet
lijdt onder al te nadrukkelijke begripsdevaluatie. Een invulling waarin
boomklimmende vissen gewaardeerd worden: "Genius is the capacity for
seeing what is not there" (George Stewart). De vis is niet stupid, maar
ziet dingen die anderen niet zien, is bereid mogelijkheden te
onderzoeken waar anderen omheen lopen. De vis wordt gehoond: "The public
is wonderfully tolerant. It forgives everything except genius." (Oscar
Wilde). En zo gebeurt het, dat "when a true genius appears in the world
you may know him by this sign: the dunces are all in confederacy against
him." (Jonathan Swift).
Het citaat van Einstein wordt geparafraseerd in een cartoon in het
boek van Geerligs (1e druk 1980), dat nog op veel lerarenopleidingen
wordt gebruikt. We zien een man achter een tafeltje met tegenover hem
een ekster, een aap, een marabu, een olifant, een vis, een zeehond en
een hond. Op de achtergrond staat een boom. De man instrueert: "Om
eerlijk te kunnen selecteren krijgen jullie allemaal dezelfde opdracht:
klim in de boom". De boodschap is dat je als docent onderscheid moet
maken tussen leerlingen. De verborgen boodschap is dat je van een vis
niet verwacht dat-ie in een boom kan klimmen. De docent op de
lerarenopleiding wordt geconditioneerd om hokjes te plaatsen, de wereld
overzichtelijk te maken, en iedereen het valse stempel "geniaal" te
geven. De werkelijkheid is precies omgekeerd: deze manier van onderwijs
ondermijnt de ontwikkeling van genialiteit. Het onderwijs heeft docenten
nodig die op zoek gaan naar boomklimmende vissen.